Project

Kinderlongarts Boony Thio over e-health in de kinderzorg

In de wereld van kindergeneeskunde speelt Boony Thio een belangrijke rol als pionier in de integratie van e-health. Zijn toewijding aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg met inzet van zorgtechnologie is al tien tot vijftien jaar merkbaar. Liberein bestuurder Heidi Pot-Witbreuk die in onze vorige nieuwsbrief aan het woord was, was nieuwsgierig naar Boony’s visie op zorgtechnologie.

Boony vertelt dat met zorgtechnologie vooral de focus ligt op doelmatigheid en het aanpakken van het huidige personeelstekort lag. Het behelst meer dan dat, volgens hem. “E-health biedt een unieke kans om kwaliteit en continuïteit in de zorg te verbeteren. Patiënten komen nu massaal naar het ziekenhuis op gezette tijden, we praten ermee, doen onderzoeken, proberen een beeld te krijgen hoe we de ziekte onder controle krijgen en passen een behandeling toe. Eigenlijk is het een momentopname. Het is dan lastig om een beeld te krijgen hoe het écht gaat met de patiënt. In principe krijg je nauwelijks weet van wanneer er klachten zijn. Daar helpt technologie ons, want kinderen bijvoorbeeld zijn de hele dag actief en dáár ligt de informatie. We kunnen steeds meer gebruik maken van techniek, waardoor we beter inzicht krijgen om mensen te helpen en efficiënter te werken. Wat een belangrijke bijkomstigheid is, dat zij dan minder afhankelijk zijn van ons. Ze zijn zo in staat ook beter inzicht te krijgen in hun eigen gezondheid. Soms leidt dat tot het effect dat er minder medicijnen nodig zijn omdat ze hun medicatie zelf beter kunnen bijsturen of op basis van eigen inzichten hun leefstijl aanpassen. Dat is ook belangrijk voor hun zelfbewustzijn en zelfvertrouwen.”  

Meer zekerheid

Met meetinstrumenten en apps helpt Boony op zijn vakgebied jonge astmapatiëntjes op afstand thuis. Een voorbeeld ervan is de Pufferapp. Deze app ontwikkelde Boony met promovendi van de UT. Instrumenten die longfunctie en hartslag meten, zijn gekoppeld aan de app en ouders kunnen een filmpje insturen van hun kind wanneer het last heeft van astmaklachten. Na analyse krijgen ouders digitaal advies. Die thuismetingen geven niet alleen een stabieler beeld voor de arts, maar ook ouders worden ermee geholpen. Boony: “Ouders zijn vaak onzeker over het herkennen van gezondheidsproblemen bij hun kinderen. De metingen geven ouders meer zekerheid en stellen hen in staat om snel te communiceren via bijvoorbeeld de app.”

Beter begrijpen en helpen

E-health heeft zijn werk in de kindergeneeskunde flink veranderd. “Absoluut!” benadrukt Boony, “De directe communicatie wordt nu veelal via verpleegkundigen gedaan, vaak via chat in de portal. Eerst dachten we: straks worden we overspoeld met berichten, maar in de praktijk blijkt dat heel erg mee te vallen. Het mooie ervan is dat wanneer je regelmatig contact hebt met iemand via de portal je een goed inzicht krijgt in iemands persoonlijke leven. Je weet dan wat belangrijk voor degene is, waardoor je beter in staat bent om die persoon te begrijpen en te helpen.”

Depressies en mentale tegenslagen

Hoewel hij geen voorstander is van het overladen van kinderen met wearables, gelooft Boony wel dat technologie waardevolle informatie kan verschaffen. Hij ziet een brede toepassing van e-health voor preventieve zorg. Hij stelt voor periodiek het beweegpatroon van kinderen te volgen en te kijken naar alarmsignalen van inactiviteit, zowel fysiek als mentaal. “We zien hier steeds vaker jongeren die naast fysieke ook kampen met klachten van somberheid, depressies en mentale tegenslagen,” vertelt hij, “Als we de fysieke gezondheid van kinderen monitoren zijn we ook in staat om eerder in te grijpen als het mentaal niet goed met hen gaat. Daar kunnen we hier op de kinderafdeling misschien niet helpen maar we kunnen bijvoorbeeld wel samenwerken met  overheden, gemeenten, jeugdzorg en andere vormen van geneeskunde om de zorg te bieden die die patiënten dan nodig hebben.” Waar ouderen e-health nog wel eens willen zien als big brother voorziet Boony bij de inzet van technologie bij jongeren totaal geen probleem. “Zij groeien ermee op en hebben het volste vertrouwen in technologie. Wat mij betreft is het dan ook een krachtig instrument om die kinderen te helpen en de continuïteit van de zorg te waarborgen.”

Ga naar de inhoud