Project

Lessons learned bij implementatie technologie in behandelcentrum Roessingh

Ina Flierman, opgeleid fysiotherapeut en bewegingswetenschapper, werkt 25 jaar voor Roessingh centrum voor revalidatie. Gaandeweg pakte ze steeds meer projecten op op het gebied van zorgtechnologie en -innovatie. Inmiddels is ze programmacoördinator innovatie bij het behandelcentrum van Roessingh. Ze vertelt over hoe het centrum nieuwe technologieën implementeert. Dat het niet altijd vlekkeloos verloopt, ziet Ina als een leermoment.

Nieuwe technologieën worden bij de revalidatietak van Roessingh vaak samen met RRD (Roessingh Research and Development) opgepakt. Het is Ina’s taak om de onderzoeksresultaten van RRD op het gebied van technologie en e-health in te zetten in de dagelijkse medisch specialistische revalidatiezorg. Een voorbeeld ervan is Telerevalidatie. “In feite zijn we daarmee al een jaar of tien bezig,” vertelt Ina, “Telerevalidatie is een portal, of eigenlijk communicatiemiddel, om de behandelingen te ondersteunen. Er staan bijvoorbeeld behandelingen in voor de patiënten. Aanvankelijk was er wel bij sommige collega’s wat weerstand, maar inmiddels is de tool omarmd en mogen we wel spreken van een succes. Iedereen weet dat zorg op afstand dé manier is om zorg te kunnen blijven bieden, want ook hier komen we handen tekort. Onze patiënten maken ook graag gebruik van de tool.”

Flash mob studie

Roessingh werkt graag samen met studenten als het gaat om het inzetten van nieuwe technologie. Zo werd bij het inzetten van de Reatouch, een interactieve grote eenvoudig te bedienen tablet op een tafel met een verscheidenheid aan therapeutische spelletjes, een flash mob studie gedaan door een student. Ina: “Deze student liet twee dagen lang collega’s en patiënten kennis maken met de Reatouch. Ze stelde allerlei vragen om het apparaat goed te kunnen evalueren. Dit is een hele laagdrempelige manier om feeling te krijgen met nieuwe technologie, waardoor het product makkelijker en sneller ingezet kan worden wanneer tot aanschaf besloten wordt.”

Vallen, opstaan en doorzetten

Bij eenvoudige apparaten als hierboven beschreven, gaat implementatie snel en doeltreffend. Bij complexe en ingenieuze apparatuur is dat een ander verhaal. Daarover weet Ina ook mee te praten. “We zetten bijvoorbeeld bij bepaalde vormen van therapie de Armeopower in. Dit is een apparaat waarmee de arm en/of schouder getraind kan worden. Deze is robotisch bestuurbaar en een duur en ingewikkeld systeem. Waar je bij de Reatouch bij een foutmelding zelf wel redelijk snel het apparaat weer in werking krijgt, is dat bij de Armeopower wel anders. Voor het inwerkingstellen moet de fysiotherapeut of ergotherapeut begeleid worden door een deskundige. Het opleiden kost veel tijd en kan niet door een student worden gedaan,” vervolgt Ina, “Soms was er een defect aan het apparaat en dat was best lastig, omdat er dan een monteur via de leverancier uit Zwitserland moet komen. Het betekent gedoe, irritatie en je moet veel oplossen, ook communiceren met de patiënten over het uitstellen of anders inzetten van een behandeling. Inmiddels hebben we een ondersteuner die én technische haperingen coördineert wanneer dat aan de orde is én alle zaken daaromheen regelt zoals communicatie met collega’s en patiënten. We hebben ervan geleerd dat we daarmee ook rekening moeten houden. Het scheelt enorm veel tijd en frustratie. De Armeopower doet het nu overigens goed en wordt naar behoren ingezet.” Ook voor onderzoek wordt de Armeopower nu ingezet, waarbij data van patiënten wordt vergeleken of zij beter en sneller herstellen dan patiënten zonder apparaat.

Vergelijkbaar met de Weten Wat Werkt methode werkt het Roessingh idealiter met een protocol om haar innovaties te testen middels demo en pilot. Na een succesvolle proefperiode wordt het hulpmiddel ingezet. Dit protocol wordt veelal bij relatief complexere innovaties ingezet om het proces helder te krijgen.

Ga naar de inhoud