Onrustige cliënten, roepgedrag, onrust in het lijf. Niet altijd is goed te plaatsen waar het vandaan komt of hoe het begeleid moet worden. Bij Zorggroep Sint Maarten in Denekamp wordt sinds vele jaren muziektherapie ingezet, nu ook met een intensievere samenwerking met muziektherapeuten om gerichter te kijken welke technologieën van meerwaarde kunnen zijn. Lieke Weierink, Adviseur Zorgtechnologie, vertelt erover.

“Meestal zijn mensen, over het algemeen in een vergevorderd stadium van dementie, met onrustig gedrag op zoek naar geborgenheid of veiligheid. We kunnen dan verschillende therapieën inzetten. Eén van die therapieën is muziektherapie. Hiervoor hebben we een meerdere muziektherapeuten in dienst. Dikwijls kiezen ze voor het inzetten van technologische hulpmiddelen als de Qwiek Snooze en de Inmu. Ze kijken wat bij de cliënt past, bijvoorbeeld welke beats en instrumenten daarbij horen. Sommige zorgen juist voor activatie, andere voor rust. Afhankelijk van de behoefte van de cliënt wordt de Qwiek Snooze ingezet, een plat kussentje dat via een USB-stick muziek afspeelt. Die leggen we onder het hoofdkussen van de cliënt.  Of de Inmu Touch wanneer de cliënt op zoek is naar veiligheid en geborgenheid. Het is een soort kussentje dat geluid geeft en waar de cliënt de hand in kan leggen. Het reageert op en past zich aan aan de bewegingen van de cliënt.”

Minder roepgedrag en onrust

Tot nu toe is Lieke erg blij met de vorderingen: “We zijn nu een jaartje bezig en zien grote verschillen. We zijn positief verrast over de resultaten. Cliënten bij wie we deze producten inzetten, slapen doorgaans beter en er is minder roepgedrag en onrust. Natuurlijk blijft het pionieren, het moet passen bij de cliënt, want elke cliënt is uniek. We willen graag de individuele inzet van technologische hulpmiddelen behouden en integreren in ons zorgproces.”

Goed vergelijken met voor- en nameting

Lieke is groot voorstander van het inzetten van zorgtechnologie. In de zorginstellingen van Zorggroep Sint Maarten wordt ernaar gestreefd om de individuele inzet van zorgtechnologie multidisciplinair af te stemmen. “Het is de kracht dat we op één lijn zitten met bijvoorbeeld de psycholoog, de behandelend arts en het zorgsysteem,” vervolgt ze, “We kunnen dan gezamenlijk bepalen welke hulpmiddelen/interventies we op welke momenten inzetten. Als je dat steeds op dezelfde momenten doet, kun je goed het effect vergelijken met een voor- en nameting en zie je duidelijk verschil.” Binnen de thuiszorgorganisatie van de zorggroep wordt zorg- en muziektherapie nog niet ingezet. “Dat is vooralsnog een lastig verhaal. Neem de Imnu. Die is daarvoor te duur. We kijken wel naar goedkopere alternatieven van gelijke kwaliteit. Hierin zijn we nog zoekende, maar het is wel de wens. En dan blijft het altijd nog de vraag wie betaalt: is dat de zorgverzekeraar, de zorggroep of de cliënt zelf?”